66
-
irregular, strong verb "houwen"
Strong verb:
[v]-ie-[v] (#7): houwen, hieuw, gehouwen
Conjugation:
-
Irregular:
In the OVT (Past) an additional "u" is inserted, e.g. "jullie hieuwen", not "jullie hiewen".
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik houw
jij houwt
hij houwt
wij houwen
jullie houwen
zij houwen
OVT / Past
ik hieuw
jij hieuw
hij hieuw
wij hieuwen
jullie hieuwen
zij hieuwen
OTTT / Future I
ik zal houwen
jij zult houwen
hij zal houwen
wij zullen houwen
jullie zullen houwen
zij zullen houwen
VTT / Present Perfect
ik heb gehouwen
jij hebt gehouwen
hij heeft gehouwen
wij hebben gehouwen
jullie hebben gehouwen
zij hebben gehouwen
VVT / Past Perfect
ik had gehouwen
jij had gehouwen
hij had gehouwen
wij hadden gehouwen
jullie hadden gehouwen
zij hadden gehouwen
VTTT / Future II
ik zal gehouwen hebben
jij zult gehouwen hebben
hij zal gehouwen hebben
wij zullen gehouwen hebben
jullie zullen gehouwen hebben
zij zullen gehouwen hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou houwen
jij zou houwen
hij zou houwen
wij zouden houwen
jullie zouden houwen
zij zouden houwen
VVTT / Conditional II
ik zou gehouwen hebben
jij zou gehouwen hebben
hij zou gehouwen hebben
wij zouden gehouwen hebben
jullie zouden gehouwen hebben
zij zouden gehouwen hebben
Imperatief
houw / houwt u
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
houwend
Voltooid / Past Participle
gehouwen
Zelfstandig naamwoord
het houwen