32
-
starkes Verb "bijten"
Unregelmäßige Verben, Übersicht
starkes Verb:
Konjugation:
Unregelmäßigkeit:
-
Besonderheiten:
-
Indicatief
OTT / Präsens
ik bijt
jij bijt
hij bijt
wij bijten
jullie bijten
zij bijten
OVT / Präteritum
ik beet
jij beet
hij beet
wij beten
jullie beten
zij beten
OTTT / Futur I
ik zal bijten
jij zult bijten
hij zal bijten
wij zullen bijten
jullie zullen bijten
zij zullen bijten
VTT / Perfekt
ik heb gebeten
jij hebt gebeten
hij heeft gebeten
wij hebben gebeten
jullie hebben gebeten
zij hebben gebeten
VVT / Plusquamperfekt
ik had gebeten
jij had gebeten
hij had gebeten
wij hadden gebeten
jullie hadden gebeten
zij hadden gebeten
VTTT / Futur II
ik zal gebeten hebben
jij zult gebeten hebben
hij zal gebeten hebben
wij zullen gebeten hebben
jullie zullen gebeten hebben
zij zullen gebeten hebben
Conditionalis
OVTT / Konditional I
ik zou bijten
jij zou bijten
hij zou bijten
wij zouden bijten
jullie zouden bijten
zij zouden bijten
VVTT / Konditional II
ik zou gebeten hebben
jij zou gebeten hebben
hij zou gebeten hebben
wij zouden gebeten hebben
jullie zouden gebeten hebben
zij zouden gebeten hebben
Imperatief
Deelwoord / Partizip
Onvoltooid / Partizip I
bijtend
Voltooid / Partizip II
gebeten
Zelfstandig naamwoord