104
-
starkes Verb "sterven"
Unregelmäßige Verben, Übersicht
starkes Verb:
starkes Verb: sterven, stierf, gestorven
Konjugation:
Unregelmäßigkeit:
-
Besonderheiten:
-
Indicatief
OTT / Präsens
ik sterf
jij sterft
hij sterft
wij sterven
jullie sterven
zij sterven
OVT / Präteritum
ik stierf
jij stierf
hij stierf
wij stierven
jullie stierven
zij stierven
OTTT / Futur I
ik zal sterven
jij zult sterven
hij zal sterven
wij zullen sterven
jullie zullen sterven
zij zullen sterven
VTT / Perfekt
ik ben gestorven
jij bent gestorven
hij is gestorven
wij zijn gestorven
jullie zijn gestorven
zij zijn gestorven
VVT / Plusquamperfekt
ik was gestorven
jij was gestorven
hij was gestorven
wij waren gestorven
jullie waren gestorven
zij waren gestorven
VTTT / Futur II
ik zal gestorven zijn
jij zult gestorven zijn
hij zal gestorven zijn
wij zullen gestorven zijn
jullie zullen gestorven zijn
zij zullen gestorven zijn
Conditionalis
OVTT / Konditional I
ik zou sterven
jij zou sterven
hij zou sterven
wij zouden sterven
jullie zouden sterven
zij zouden sterven
VVTT / Konditional II
ik zou gestorven zijn
jij zou gestorven zijn
hij zou gestorven zijn
wij zouden gestorven zijn
jullie zouden gestorven zijn
zij zouden gestorven zijn
Imperatief
sterf / sterft u
Deelwoord / Partizip
Onvoltooid / Partizip I
stervend
Voltooid / Partizip II
gestorven
Zelfstandig naamwoord
het sterven