40
-
starkes Verb "dragen"
Unregelmäßige Verben, Übersicht
starkes Verb:
a-oe-a (#6): dragen, droeg, gedragen
Konjugation:
Unregelmäßigkeit:
-
Besonderheiten:
-
Indicatief
OTT / Präsens
ik draag
jij draagt
hij draagt
wij dragen
jullie dragen
zij dragen
OVT / Präteritum
ik droeg
jij droeg
hij droeg
wij droegen
jullie droegen
zij droegen
OTTT / Futur I
ik zal dragen
jij zult dragen
hij zal dragen
wij zullen dragen
jullie zullen dragen
zij zullen dragen
VTT / Perfekt
ik heb gedragen
jij hebt gedragen
hij heeft gedragen
wij hebben gedragen
jullie hebben gedragen
zij hebben gedragen
VVT / Plusquamperfekt
ik had gedragen
jij had gedragen
hij had gedragen
wij hadden gedragen
jullie hadden gedragen
zij hadden gedragen
VTTT / Futur II
ik zal gedragen hebben
jij zult gedragen hebben
hij zal gedragen hebben
wij zullen gedragen hebben
jullie zullen gedragen hebben
zij zullen gedragen hebben
Conditionalis
OVTT / Konditional I
ik zou dragen
jij zou dragen
hij zou dragen
wij zouden dragen
jullie zouden dragen
zij zouden dragen
VVTT / Konditional II
ik zou gedragen hebben
jij zou gedragen hebben
hij zou gedragen hebben
wij zouden gedragen hebben
jullie zouden gedragen hebben
zij zouden gedragen hebben
Imperatief
draag / draagt u
Deelwoord / Partizip
Onvoltooid / Partizip I
dragend
Voltooid / Partizip II
gedragen
Zelfstandig naamwoord
het dragen