43
-
schwaches Verb "dromen"
Unregelmäßige Verben, Übersicht
schwaches Verb:
dromen
Konjugation:
Unregelmäßigkeit:
-
Besonderheiten:
-
Indicatief
OTT / Präsens
ik droom
jij droomt
hij droomt
wij dromen
jullie dromen
zij dromen
OVT / Präteritum
ik droomde
jij droomde
hij droomde
wij droomden
jullie droomden
zij droomden
OTTT / Futur I
ik zal dromen
jij zult dromen
hij zal dromen
wij zullen dromen
jullie zullen dromen
zij zullen dromen
VTT / Perfekt
ik heb gedroomd
jij hebt gedroomd
hij heeft gedroomd
wij hebben gedroomd
jullie hebben gedroomd
zij hebben gedroomd
VVT / Plusquamperfekt
ik had gedroomd
jij had gedroomd
hij had gedroomd
wij hadden gedroomd
jullie hadden gedroomd
zij hadden gedroomd
VTTT / Futur II
ik zal gedroomd hebben
jij zult gedroomd hebben
hij zal gedroomd hebben
wij zullen gedroomd hebben
jullie zullen gedroomd hebben
zij zullen gedroomd hebben
Conditionalis
OVTT / Konditional I
ik zou dromen
jij zou dromen
hij zou dromen
wij zouden dromen
jullie zouden dromen
zij zouden dromen
VVTT / Konditional II
ik zou gedroomd hebben
jij zou gedroomd hebben
hij zou gedroomd hebben
wij zouden gedroomd hebben
jullie zouden gedroomd hebben
zij zouden gedroomd hebben
Imperatief
Deelwoord / Partizip
Onvoltooid / Partizip I
dromend
Voltooid / Partizip II
gedroomd
Zelfstandig naamwoord