90
-
starkes Verb "scheren"
Unregelmäßige Verben, Übersicht
starkes Verb:
starkes Verb: scheren, schoor, geschoren
Konjugation:
Unregelmäßigkeit:
-
Besonderheiten:
-
Indicatief
OTT / Präsens
ik scheer
jij scheert
hij scheert
wij scheren
jullie scheren
zij scheren
OVT / Präteritum
ik schoor
jij schoor
hij schoor
wij schoren
jullie schoren
zij schoren
OTTT / Futur I
ik zal scheren
jij zult scheren
hij zal scheren
wij zullen scheren
jullie zullen scheren
zij zullen scheren
VTT / Perfekt
ik heb geschoren
jij hebt geschoren
hij heeft geschoren
wij hebben geschoren
jullie hebben geschoren
zij hebben geschoren
VVT / Plusquamperfekt
ik had geschoren
jij had geschoren
hij had geschoren
wij hadden geschoren
jullie hadden geschoren
zij hadden geschoren
VTTT / Futur II
ik zal geschoren hebben
jij zult geschoren hebben
hij zal geschoren hebben
wij zullen geschoren hebben
jullie zullen geschoren hebben
zij zullen geschoren hebben
Conditionalis
OVTT / Konditional I
ik zou scheren
jij zou scheren
hij zou scheren
wij zouden scheren
jullie zouden scheren
zij zouden scheren
VVTT / Konditional II
ik zou geschoren hebben
jij zou geschoren hebben
hij zou geschoren hebben
wij zouden geschoren hebben
jullie zouden geschoren hebben
zij zouden geschoren hebben
Imperatief
scheer / scheert u
Deelwoord / Partizip
Onvoltooid / Partizip I
scherend
Voltooid / Partizip II
geschoren
Zelfstandig naamwoord
het scheren